Het gevoel van ‘alles aankunnen’, ‘het onder controle hebben’ en ‘goed in je vel zitten’ kent iedereen. Met gemak verzetten we twee keer zoveel werk. Wat bepaalt nu de momenten van optimale motivatie?
Motivatie stuurt gedrag. Iemand doet iets omdat hij of zij het gevoel heeft er iets positiefs aan over te houden. Dit positieve gevoel kan ontstaan door prikkels van buiten (extrinsiek) of van binnen (intrinsiek). Bij extrinsieke motivatie komen medewerkers in beweging omdat ze door iets buiten henzelf worden aangezet. De bron van het handelen ligt buiten henzelf. Dit is bijvoorbeeld het salaris, een bonus, vakantiereisje of status.
Bij intrinsieke motivatie werken mensen vanuit zichzelf. Ze handelen zonder tussenkomst van andere personen of factoren Deze mensen worden gemotiveerd door de aard van hun werk; de inhoud, het zelfstandig kunnen werken of het hebben van verantwoordelijkheden.
In algemene zin geldt hoe meer mensen zichzelf kunnen ontplooien in hun werk, hoe groter de motivatie. Uit onderzoek is gebleken dat gemotiveerde medewerkers zich sterker betrokken en verbonden voelen met het werk waardoor zij beter presteren.
Doen waar je goed in bent en de beloning/waardering krijgen die je wenst, geeft medewerkers het gevoel van ‘alles aankunnen’, ‘het onder controle hebben’ en ‘goed in je vel zitten’. Een vitale medewerker is een gemotiveerde medewerker. In hoge mate gemotiveerd zijn vormt één van onze drie voorwaarden voor vitaliteit.